“NVWA vindt bestrijding tijgermug belangrijker dan preventie”

“NVWA vindt bestrijding tijgermug belangrijker dan preventie”

DRENTHE - Onlangs schreef demissionair minister van LNV Carola Schouten in antwoord op vragen van D66-Kamerlid Tjeerd de Groot dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) één keer handhavend heeft opgetreden tegen een bandenbedrijf dat de voorschriften rond tijgermuggen overtrad. De minister vertelde de Kamer niet om welk bedrijf en welk voorschrift het ging.

Uit documenten die de NVWA op verzoek van stichting platform Stop invasieve exoten openbaar gemaakt heeft, blijkt dat het ging om de stapeling van de banden. Door de manier waarop het bandenbedrijf Robeo in Lelystad de banden stapelde kon de NVWA de aanwezige tijgermuggen niet goed bestrijden. Dat er door overtreding van de preventieve voorschriften (droge import en droge opslag) tijgermuggen op het bedrijf waren, daar trad de NVWA niet tegen op.

Tijgermuggen zijn exotische muggen die meer dan 20 virusziekten kunnen verspreiden naar mens en dier, zoals zika, dengue, chikungunya en hartworm. Ziekten waar vaak geen medicijnen of vaccins voor zijn, en die soms een dodelijke afloop hebben. Een in Nederland zeer belangrijke invoerroute is de import van gebruikte banden uit gebieden waar deze exotische muggen voorkomen. De bandenbedrijven zijn daarom sinds 2013 verplicht om te voldoen aan een aantal voorschriften, waaronder droge import en droge opslag van de banden. Aanvankelijk waren de voorschriften in een convenant opgenomen, maar sinds 2018 heeft de minister voor Medische Zorg en Sport ze aan de bedrijven opgelegd op basis van de Wet publieke gezondheid. Aan een aantal bedrijven, waaronder Robeo in Lelystad, legde de minister toen ook het voorschrift op dat de banden zodanig gestapeld moeten zijn, dat een effectieve bestrijding kan worden uitgevoerd.

Al sinds 2013 (toen ook het eerste convenant in werking trad) worden jaarlijks tijgermuggen aangetroffen bij bandenbedrijf Robeo in Lelystad. En al sinds 2015 signaleren inspecteurs van de NVWA dat er op het bedrijfsterrein sprake is van een zogeheten ‘visgraat’-stapeling van de banden. Daardoor kunnen de larven van de tijgermug, die zich in de banden kunnen bevinden, niet goed bestreden worden. Na heel veel correspondentie tussen het bedrijf en de NVWA, een Rapport van Bevindingen, een rapportage opgesteld door het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen en het doorlopen van een bezwaarprocedure, is daar uiteindelijk in 2018 handhavend tegen opgetreden.

Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform: “Het is opmerkelijk dat de NVWA zoveel moeite steekt in de handhaving van een voorschrift dat uitsluitend tot doel heeft dat de NVWA de bestrijding van aanwezige tijgermuggen goed kan uitvoeren. Het voorschrift van droge import en droge opslag is veel belangrijker, want dat is erop gericht dat er geen tijgermuggen op het bedrijf aanwezig zijn. Uit de documenten blijkt dat Robeo één van de bedrijven is die de banden nat importeert, wat een groot risico oplevert voor introductie en verspreiding van tijgermuggen. En gesteld dat het bedrijf de banden droog zou importeren, dan is duidelijk het bedrijf het voorschrift van droge opslag van de banden overtreedt. Want zonder water kunnen de in de banden aanwezige eitjes niet uitkomen. Het is onbegrijpelijk dat de NVWA hier niet tegen optreedt, en wel tegen een verkeerde stapeling van de banden. Op deze wijze gaat de invoer en verspreiding van tijgermuggen door bandenbedrijven gewoon door, en worden het milieu en de omwonenden onnodig belast met schadelijke bestrijdingsmiddelen.”

Het platform heeft de minister voor Medische Zorg en Sport gevraagd handhavend op te treden tegen Robeo en negen andere bandenbedrijven in de provincies Flevoland, Utrecht, Overijssel, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg waar sinds 2018 tijgermuggen of gelekoortsmuggen zijn aangetroffen. De minister heeft aangegeven dat zij uiterlijk begin augustus hierop een besluit zal nemen.

Tiplijn