PvdA Drenthe: edelhert niet afschieten, eerst overleg

PvdA Drenthe: edelhert niet afschieten, eerst overleg

DRENTHE - De beelden van een wild edelhert in Drenthe doken de laatste dagen overal op. Het dier zou al twee jaar in de provincie verblijven maar laat zich nauwelijks zien. Als de provincie de ‘nulstand’ wil handhaven, zou het edelhert moeten worden afgeschoten. De PvdA vindt dat voorbarig en pleit ervoor eerst in overleg te gaan met betrokken organisaties op het gebied van flora- en faunabeheer.

Statenlid Rudolf Bosch van de PvdA Drenthe: ‘Het dier is nauwelijks gezien en lijkt uit de buurt te blijven van mensen en bewoning. Bovendien is afschieten strijdig met het provinciale flora- en faunabeleidsplan 2014. Hierin wordt ruimte geboden aan zich zelfstandig vestigende dieren. Als een nieuwe soort in een Drents biotoop past, is deze in principe altijd welkom.’ Volgens Bosch laat het zich aanzien dat het dier op eigen kracht Drenthe heeft weten te bereiken. ‘Dat betekent dat de discussie over edelherten in Drenthe naar ons idee verder moet gaan dan het platte adagium “We schieten het beest even af”.’

De PvdA heeft vragen gesteld aan het provinciebestuur. Zij wil weten van het College van Gedeputeerde Staten of men op de hoogte is van het feit dat sinds ongeveer twee jaar een wild edelhert in onze provincie verblijft. En of het College van mening is dat het dier nu moet worden afgeschoten vanwege het ontbreken van een Soorten Effect Rapportage? Rudolf Bosch: ‘Wij vragen ons af hoe een dergelijk besluit strookt met het huidige beleid zoals is vastgelegd in het flora- en faunabeleidsplan uit 2014. Liever zien wij dat het College van GS in overleg treedt met relevante organisaties op het gebied van flora- en faunabeheer. Doel: in gezamenlijkheid een oplossing zoeken voor deze kwestie. Wij pleiten ervoor in afwachting van de uitkomsten van dat overleg geen onomkeerbare acties in te zetten. En dus zeker het hert nu niet af te schieten. Aangezien het hert hier al twee jaar verblijft, is haast op dit punt zeker niet geboden.’

Tiplijn